Dag Tim,
Op die ene druilerige zaterdagmiddag schuifelde jij schoorvoetend met je hippe sneakers mijn praktijkruimte binnen. Sneakers die je nadien minutenlang in detail bestudeerde zodat je mijn bezorgde blik niet hoefde te zien. Toen ik je vroeg of ze nieuw waren, maakte je de veters los en gooide je ze een meter verder.
Je riep dat je geen zin had om te spreken die dag. Je keek niet naar mij toen ik je een glas water inschonk. Ik zei niets. Dat hoorde je. Ik liet een lange stilte. Dat voelde je. Ik vroeg je of ik ook kon voelen wat jij voelde. Je haalde je schouders op. Net zoals ik van jou als puber verwachtte. Je nam een slokje water en keek naar buiten.
Je zei dat er nog geen woord uitgevonden was dat het beste kon beschrijven wat je voelde. Stilte of muziek kon dat wel. Je zette met je smartphone een pianostuk op dat je zelf gecomponeerd had de dagen voordien.
We luisterden een hele sessie naar jouw composities. De toonsoorten en toonladders waren de leidraad van onze reis naar jouw gevoel. Van je onbegrepen voelen, naar erkenning. Van vleugellam naar zweven. De sessie verliep in slow-motion. Ik voelde wat jij voelt. We keken naar elkaar zonder te spreken. Je gaf mij een knipoog wanneer je mijn inkomdeur achter je toe trok.
Merci.
Hypnotherapeut Milton H. Erickson zei ooit: “Het is het kind die de therapie doet. De psycholoog zorgt alleen voor het klimaat, het weer. Meer niet.” De druilerige zaterdagmiddag was niet eens zo druilerig meer.
Als ouder, leerkracht of opvoedingsverantwoordelijke denk je soms dat je contact moet maken met een jongere door te luisteren, praten en adviseren. De grootste erkenning geef je omdat je er bent, omdat je tijd maakt om te zijn en te voelen. Contact gaat vòòr inhoud. Jongeren zijn actieve gesprekspartners. Zelfs als ze niet spreken.
Jana Breda
Kinder – en jongerenpsycholoog